Een poepie laten ruiken.
Een maatschappelijk gerelateerd project over kwetsbaarheid, verdeeldheid, groeperingen en heel veel duivenpoep.
In het noorden van Limburg ligt Horst Sevenum, een kleine gemeente met samen ongeveer negentien en een half duizend inwoners. In deze gemeente zijn ze al ongeveer zes maanden in rep en roer. Er heerst een grote duivenplaag, de duiven terroriseren het hele dorp, de straten, de winkels, ga zo maar door. Maar voornamelijk de kerk, de kerk is het slachtoffer van deze ‘vliegende ratten’ zoals sommige buurtbewoners ze noemen.
De kerk, het mikpunt van de uitwerpselen die de duiven daar lossen, ongeveer 14 kilo poep per duif per jaar, zou gered kunnen worden door een nestkast, een nestkast voor de slechtvalk. De gemeente en het kerkbestuur willen nu zo’n nestkast ophangen. Maar de plaatselijke duivensportvereniging krijgt ontzettende onrust hierdoor. Een nestkast zou voor de duivensporters betekenen dat zij hun hobby niet meer uit kunnen oefenen.
Een slechtvalk heeft namelijk veel honger, negentig procent van hun maaltijd bestaat uit duiven. En deze roofvogel maakt geen onderscheid tussen de verzwakte kerkduiven of de duiven die worden gehouden voor de sport.
In dit onderzoek werd ingezoomd met als doel om de verschillende doelgroepen binnen dit probleem met elkaar te verbinden door middel van een creatieve oplossing. De kruisbestuivingen die plaats vinden tussen de gemeenschap en de ontwerper.
Een materiaalonderzoek, een onderzoek naar materiaal dat totaal niet gewenst is, de duivenpoep op de kerktoren. Want waarom zien we de poep niet als grondstof in plaats van overlast, 14 kilo poep per duif per jaar, daar moeten we toch iets mee?
Wat verbroedert er nu meer dan typisch Limburgse gezelligheid? Goede gesprekken starten onder het genot van een kop koffie en Limburgse vlaai. Alle betrokken partijen uitnodigen op het Sint Lambertusplein en deze tragische komedie af te titelen en ”de vuile vaat op te knappen” samen.
Een koffie en vlaai servies geglazuurd met duivenpoep. Hoe vies? Servies.
En uiteindelijk alle betrokken partijen trots te maken op ”hun” duiven. De duiven en de bijbehorende poep als waardevol te zien. Om deze verschillende groepen met hun verschillende standpunten dichterbij elkaar te brengen.
Niet voor,
Niet tegen,
Maar met de duiven.
Een poepie laten ruiken.